ODV (oudedagsverplichting) berekenen
Tot en met 31 december 2019 was het mogelijk om het volledige in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). De Belastingdienst beschrijft hoe de oudedagsverplichting berekend moet worden. Het is belangrijk dat de ODV opgerent wordt tot aan de ingangsdatum van je AOW-leeftijd. Vervolgens moet het bedrag gedeeld worden door de uitkeringsduur (bijvoorbeeld 20 jaar). Dit geldt voor een uitgestelde ODV en een ingegane ODV. Ook beschrijft de Belastingdienst het vaststellen van de jaaruitkering die telkens op de uitkeringsverjaardag plaatsvindt.
PensioenVizier kent de pensioenmaterie van haver tot gort.
ODV berekenen hoeft niet?
Er zijn nog steeds veel accountants en administratiekantoren die “er gewoon ieder jaar wat bij doen”. Echter is dit levensgevaarlijk. De sancties vallen gewoon onder 19b wet op de loonbelasting 1964. Dit betekent kort en goed dat één en ander progressief belast wordt met daarbovenop een revisierente van 21% mochten er foutieve bedragen op de balans staan. Dit betekent vaak dat de fiscus een claim oplegt van 70% over de som. Kortom, dat wil je niet riskeren!
Pensioen is niet simpeler geworden
Er is weliswaar geen actuariële berekening meer nodig, maar er zijn andere complicerende factoren. Eigen beheer was altijd een vol jaar startend op 1 januari en eindigend op 31 december. Dat is bij de oudedagsverplichting niet het geval. Deze heeft een “eigen verjaardag” namelijk de dag dat deze is gestart. Dit verschilt dus van geval tot geval. Een direct gevolg hiervan is, dat er vaak met twee percentages U-rendement gerekend wordt.
De belastingdienst publiceert nog steeds vraag- en antwoordbesluiten en ook worden zelfs bestaande antwoorden ingetrokken. Bovendien geeft dit gelijk de complexiteit van de nieuwe wetgeving weer. Daardoor lijkt het ons dat de accountant en de pensioenadviseur verstand om moet gaan met deze materie.
ODV berekenen is dus noodzakelijk.
Modelovereenkomst voor de oudedagsverplichting
Naast de noodzaak van goede ODV berekenen, biedt PensioenVizier voor de juridische vastlegging van de oudedagsverplichting een modelovereenkomst aan.
De belastingdienst beoordeelt de overeenkomsten individueel, op inspectieniveau. Een algemene goedkeuring, met goedkeuringsnummer, is desondanks ons verzoek, niet door het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen afgegeven. De belangrijkste aspecten in de ODV-overeenkomst zijn:
- Geruisloze omzettingsmogelijkheid (afstempeling).
- Vaststellen omvang oudedagsverplichting.
- Termijn (bij leven/overlijden).
- Vervroegingsmogelijkheden.
- Betalingstermijn/frequentie.
- Omzettingsmogelijkheden lijfrente.
- Gevolgen afkoop en/of vervreemding.
- Gevolgen onderdekking oudedagsverplichting.
Fiscale consequenties
Daarnaast zijn voor de ODV-overeenkomst de volgende fiscale consequenties onder andere van belang:
- Het niet of onjuist toepassen van deze overeenkomst kan leiden tot een onzuivere oudedagsverplichting.
- Indien bij de uitvoering van de ODV-aanspraak wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 38p, tweede lid, onderdeel b, van de Wet LB, wordt de ODV-aanspraak op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip onzuiver, met alle fiscale gevolgen van dien.
- Dit betekent dat over de waarde van de (gehele) aanspraak loonheffing en revisierente verschuldigd is (artikel 38p, vierde lid, Wet LB)
- Het is verstandig om bij het opmaken van de ODV-overeenkomst een verdere verduidelijking te krijgen van de uitwerking bij verschillende testamentvormen, zoals quasi-wettelijke verdeling, keuzelegaat-testament of een vruchtgebruik testament.
Oudedagsverplichting jaaruitkering
Ten slotte stel je ieder jaar op de uitkeringsverjaardag de hoogte van de nieuwe jaaruitkering vast, rekening houdend met de ontvangen marktrente. De hoogte van de marktrente staat in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (artikel 12.3a URLB).
De marktrente is het rekenkundig gemiddelde van de U-rendementen over de maanden van het voorgaande kalenderjaar. Voor 2018 bedraagt deze marktrente 0,060% voor 2019 0,269% voor 2020 -0,107%, voor 2021 -0,382 en voor 2022 -0,41% waarbij de marktrente voor de komende jaren op zijn vroegst kan worden vastgesteld per ultimo van het huidige kalenderjaar.