Hoeveel pensioen krijg ik later bij pensionering?
Hoeveel pensioen krijg ik later eigenlijk? Mensen zijn vaak niet op de hoogte hoeveel pensioen ze later krijgen bij pensionering. Het is verstandig om zo vroeg mogelijk met jouw pensioen bezig te zijn. Stel je komt op je veertigste erachter dat je een pensioentekort hebt… Dan heb je nog aardig wat jaren om dit ’tekort’ weg te werken. Immers des te eerder je weet wat je krijgt (en mist), des te meer valt er nog aan te doen!
Hoeveel pensioen jij uiteindelijk krijgt hangt af van jouw pensioenopbouw en verschilt per persoon. Je krijgt natuurlijk de AOW, maar dit is vaak niet genoeg. De meeste mensen bouwen daarom aanvullend pensioen op. In Nederland kennen wij drie pijlers voor het opbouwen van pensioen. Deze drie pijlers zijn:
Direct naar:
- Eerste pijler: de overheid (AOW)
- Tweede pijler: de werkgever (bedrijfspensioen)
- Derde pijler: privé (lijfrente)
- Contact
Friese nuchterheid met Amsterdamse doortastendheid. Ik wil niet veel zeggen, maar als alle bedrijven op deze manier werken, zou het leven een stuk makkelijker en leuker worden.
Eerste pijler: AOW
In de maand van jouw pensionering ergens tussen je 66ste en je 69ste, krijg je AOW. Dat gaat niet vanzelf: je moet de uitkering aanvragen. Meestal krijg je een half jaar voordat je de AOW ontvangt een aanvraagformulier in de bus. Gebeurt dat niet, dan kun je het formulier zelf ophalen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), of telefonisch of via de website aanvragen.
Wie de AOW te laat aanvraagt, is het misgelopen geld niet kwijt. Tot maximaal één jaar wordt het niet geclaimde geld met terugwerkende kracht uitgekeerd. Hoeveel AOW pensioen krijg jij? Woon je alleen, dan krijg je maximaal €19.346 per jaar (2024). Dat is inclusief het vakantiegeld, dit ontvang je eenmaal per jaar, in mei. Echtparen krijgen, als beide partners ouder zijn dan 67, per persoon maximaal €13.158 per jaar (2024). Goed om te weten: je krijgt alleen een volledige AOW-uitkering wanneer je tussen je 17de en 67ste in Nederland hebt gewoond (of belasting hebt betaald).
Voor elk jaar dat je in die periode in het buitenland hebt gewoond, wordt de AOW met twee procent gekort. Als AOW’er betaal je geen premies meer voor onder andere de WIA en AOW. Je houdt netto dus meer over van je inkomsten. Ook krijg je, wanneer jouw inkomen lager is geworden na je pensionering, mogelijk recht op huurtoeslag of zorgtoeslag. Meer informatie over deze toeslagen vind je via bij de Belastingen.
Tweede pijler: het bedrijfspensioen
Wie in loondienst werkt, bouwt over het algemeen via het pensioenfonds van de werkgever een bedrijfspensioen op. Zodra je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, ontvang je dit pensioen. Vaak is dat in de eerste maand na de 67ste verjaardag. Een paar maanden voor je 67ste krijg je een formulier van het pensioenfonds van het bedrijf waar je nu werkt om het pensioen in gang te zetten. Let op: waarschijnlijk heb je niet slechts één pensioen opgebouwd, maar meerdere. Hoeveel pensioen je hebt opgebouwd staat altijd op jouw Uniform Pensioen Overzicht (UPO)
Bijvoorbeeld doordat je ooit van baan bent veranderd. Je moet zelf het initiatief nemen om die oude pensioenen op tijd uit te laten keren. Pensioenfondsen zijn daartoe niet verplicht. Bestaat het bedrijf waar je werkte niet meer, of heeft het pensioenfonds na een fusie een nieuwe naam?
Derde pijler: lijfrente
Wie zelf spaart voor het pensioen doet dat meestal in de vorm van een lijfrente. Je spreekt van tevoren af op welk moment de spaarpot gaat uitkeren. Als het zover is dan kun je met het lijfrente-kapitaal overstappen naar een andere lijfrente-aanbieder. De ene partij keert namelijk meer uit dan de andere. De verschillen kunnen oplopen tot honderden euro’s per maand. Vraag daarom bij meerdere aanbieders een offerte aan om te zien hoeveel jouw lijfrente straks oplevert.
Inkomen na pensioneren
Veel mensen weten hoeveel inkomen ze na hun pensionering kunnen verwachten. Houd in ieder geval rekening met de onderstaande punten:
Belasting
Voor pensioengerechtigden gelden over de eerste twee belastingschijven lagere tarieven en zijn er andere vrijstellingen dan voor 67-minners. Dit komt onder meer door de algemene heffingskorting, de ouderenkorting en alleenstaande-ouderenkorting. Tot een inkomen van €75.518, betaal je (net als vóór het pensioen) 36,97% belasting. De ouderenkorting (€2.010) wordt wel veel lager boven de € 44.771. Boven dit bedrag wordt het snel minder.
Hypotheekrente
De gunstige belastingtarieven voor 67-plussers hebben ongunstige gevolgen voor hun hypotheekrenteaftrek. Een voorbeeld: een 67-minner met een verzamelinkomen van €32.000 betaalt 36,97% belasting. Elke euro die hij via de hypotheekrente aftrekt van het belastbaar inkomen, levert een fiscaal voordeel op van 37 cent.
Voor een 67-plusser is het voordeel van de hypotheekrenteaftrek kleiner (24 cent), omdat hij slechts 24,1% belasting betaalt. Hoe lager het inkomen, hoe kleiner het voordeel van de hypotheekrente aftrek.
Zorgverzekeringswet
Na het pensioen ben je meer kwijt aan de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Als werknemer betaalde je via je salaris een (bruto) bijdrage. Wat veel mensen zich niet realiseren, is dat de werkgever ook een groot deel betaalt. Wie met pensioen gaat, moet dat werkgeversdeel zelf gaan betalen. Het gaat om 5,32% die op de AOW wordt ingehouden. Heb je een aanvullend pensioen of een lijfrente, dan wordt daarover 4,8% ingehouden.
Let op: de inkomensafhankelijke bijdrage geldt voor een inkomen tot € 60.000. Over het meerdere betaal je geen werkgeversdeel. Ontvang je verschillende pensioenen dan ga je mogelijk over deze grens heen. Toch wordt over elk pensioen de bijdrage ingehouden, soms dus ten onrechte. In de loop van het jaar betaalt de Belastingdienst het te veel betaalde terug.
Hoeveel pensioen bouw ik op?
De vraag ”Hoeveel pensioen bouw ik op?” hangt dus af van jouw situatie en verschilt per persoon. Een ondernemer bouwt bijvoorbeeld op een andere manier pensioen op dan een werknemer. Hoe bouw jij (aanvullend) pensioen op? Natuurlijk krijg jij de AOW. Woon je alleen, dan krijg je maximaal €19.346 per jaar (2024). Dat is inclusief het vakantiegeld. Echtparen krijgen, als beide partners ouder zijn dan 67, per persoon maximaal €13.158 per jaar (2024). Dit is echter niet genoeg en je zult op een andere manier aanvullend pensioen moeten opbouwen. Wie in loondienst werkt, bouwt over het algemeen via het pensioenfonds van de werkgever dus een bedrijfspensioen op. De bedragen kunnen verschillen. Wie zelf spaart voor het pensioen doet dat meestal in de vorm van een lijfrente. Het bedrag dat jij ontvangt bij pensionering is (onder andere) afhankelijk van de maandelijkse inleg en rendement.